Omdat ouders ook na de scheiding ook nog met elkaar moeten blijven overleggen over de kinderen is het van groot belang dat zij “on speaking terms” blijven. Dat is in een emotionele tijd een zware opgave. O.a. om er toch zeker van te zijn dat ouders met gezamenlijk gezag vóór afwikkeling van de scheiding overleg hebben met elkaar over hoe dingen aangaande de kinderen te regelen, is het ouderschapsplan enige jaren geleden ingevoerd.
Een verzoek tot echtscheiding wordt door de rechtbank pas in behandeling genomen nadat de ouders op zijn minst hebben geprobeerd samen een ouderschapsplan op te stellen. In een verzoekschrift tot scheiding moeten de ouders aangeven op welke manier zij hun kind hebben betrokken bij de totstandkoming van het ouderschapsplan. Ouders moeten dus met hun kinderen praten over de manier waarover zij hun ouderschap na de scheiding willen vormgeven. Natuurlijk moet dit op een manier gebeuren die past bij de leeftijd van de kinderen.
In het ouderschapsplan staat beschreven:
Ruzie tussen de ouders is funest, omdat dit de kinderen direct in een loyaliteitsconflict kan brengen. Als ouders, los van de kinderen, goed met elkaar hebben gesproken over de redenen van de scheiding, kan dit helpen om het contact tussen beide ouders en de kinderen ook na de scheiding goed te laten zijn. De advocaat familierecht of -mediator kan de ouders hierbij desgewenst helpen en begeleiden. Van het opstellen van het ouderschapsplan tot het vaststellen van de kinderalimentatie.
Als ouders het niet eens kunnen worden over de inhoud van het ouderschapsplan, kunnen zij de rechter vragen om over de geschilpunten een beslissing te nemen.
Per 1 mei 2018 is bij de rechtbank Overijssel, locatie Zwolle, een pilot met de duur van een jaar, ingevoerd waarin ouders die een ouderschapsplan indienen een “bruggesprek” moeten hebben gevoerd met hun kinderen. De resultaten daarvan (hoe reageren de kinderen op de mededeling dat hun ouders uit elkaar gaan, en hoe gedragen zij zich in de periode daarna) moet worden vastgelegd in door de rechtbank voorgeschreven formulieren. Deze formulieren moeten door de advoca(a)t(en) van de ouders met het ouderschapsplan worden toegezonden aan de rechtbank. De familierechters kunnen zo nagaan of de kinderen door de ouders voldoende zijn betrokken bij het ouderschapsplan. Als ouders geen ouderschapsplan hebben en geen bruggesprek hebben gevoerd, moeten zij de rechter informeren over hoe de kinderen reageren op de lopende zorgregeling.
Inmiddels is deze pilot afgelopen. Er gaat nu binnen de rechtspraak worden geinventariseerd of het voeren van het bruggesprek en het invullen van de formulieren door de ouders een verplichting wordt welke bij iedere rechtbank gaat gelden.